Steeds vaker klinken de stemmen van Europese technologiebedrijven die pleiten voor het tegengaan van de Amerikaanse dominantie – vooral nu, na de verkiezingsoverwinning van Donald Trump. Bedrijven uit onze regio moedigen een ‘Europa eerst’-aanpak aan. Maar is dit de juiste oplossing, of een teken van angst dat sterkere spelers een nog groter deel van de markt zullen veroveren?
Mitchell Baker, voormalig CEO van de Amerikaanse non-profitorganisatie Mozilla Foundation, erkende op de recente Web Summit-conferentie dat de Digital Markets Act (DMA) aanzienlijke veranderingen teweeg heeft gebracht voor de Firefox-browser. Ter verduidelijking: de DMA is een wet van de Europese Unie die gericht is op het reguleren van de activiteiten van de grootste technologiebedrijven. Deze wet maakt deel uit van een bredere hervorming van digitale diensten om eerlijke concurrentie en bescherming van gebruikersgegevens te waarborgen. Volgens Baker heeft Google, na de invoering van de DMA, een “keuzescherm” op Android-smartphones moeten introduceren, wat leidde tot een aanzienlijke toename in het gebruik van de Firefox-browser. Voorheen bood Google standaard zijn eigen browser aan.
De veranderingen zijn merkbaar en nuttig, maar benadrukken ook de macht en gecentraliseerde distributie van big tech, aldus Baker.
Volgens toezichthouders van de EU fungeren grote technologiebedrijven als zogenaamde poortwachters: zij bouwen platforms die directe toegang bieden tot hun eigen diensten of applicaties. Google kan bijvoorbeeld het Android-besturingssysteem ontwikkelen en standaard apps aanbieden, zoals een kaart met GPS-navigatie of een webbrowser. Vaak zijn deze van zulke hoge kwaliteit dat gebruikers nauwelijks alternatieven overwegen.
Amerika domineerde de markt
Na de verkiezingsoverwinning van Donald Trump groeide de onzekerheid onder Europese technologiebedrijven. Thomas Plantenga, CEO van de Litouwse app voor het doorverkopen van tweedehands kleding, Vinted, deed tijdens de Web Summit een oproep om de Europese markt te ondersteunen. Dit is volgens hem cruciaal om ervoor te zorgen dat Europa zelfvoorzienend wordt en niet achterblijft bij de Amerikaanse technologiegiganten.
Plantenga stelt dat Europa beschikt over veel goed opgeleide en getalenteerde mensen, maar dat het ook belangrijk is om de veiligheid van de eigen markt te garanderen. Hij pleit voor consumenten die bewust kiezen voor Europese diensten of applicaties. “Als we dit niet doen, blijven we achter. Bij elke samenwerking speelt verkoop een rol. En als we niet veel te bieden hebben, worden we zwakker,” zei hij.
Andy Yen, CEO van de populaire Zwitserse start-up Proton, deelt een vergelijkbare mening. Proton, bekend om zijn gecodeerde e-mail- en VPN-diensten die gericht zijn op privacybescherming, benadrukt dat Europa het Amerikaanse protectionisme zou moeten navolgen. Hij pleit voor een ‘Europa eerst’-benadering binnen de technologiesector. Yen gelooft dat Europa daarmee een trend kan doorbreken die al twintig jaar aanhoudt: de dominantie van Amerikaanse producten en diensten in de technologiewereld, van smartphones tot webbrowsers, gedreven door enkele grote technologiebedrijven.
In een interview met CNBC stelde Yen dat de huidige Amerikaanse president een ‘America first’-aanpak hanteert en dat Europa soortgelijke spelregels op zijn eigen continent zou moeten toepassen. Hij voegde eraan toe dat big tech „uitzonderlijk oneerlijk” opereert en benadrukte dat de EU niet moet afzien van haar inspanningen om Amerikaanse technologiereuzen in toom te houden.
Grote technologiebedrijven voelen zich ‘beledigd’ door regelgeving
Christian Kroll, CEO van de op duurzaamheid gerichte zoekmachine Ecosia, spreekt in dezelfde geest. Ecosia wijst zijn winst toe aan projecten die gericht zijn op het planten van bomen en milieubescherming, maar maakt tegelijkertijd gebruik van de technologische oplossingen van Microsoft’s Bing-zoekmachine. Door Microsofts focus op AI-ontwikkeling zijn de kosten voor het gebruik van de Bing Search API echter verhoogd. „Dit heeft onze inkomsten en ons vermogen om te opereren verminderd,” aldus Kroll.
Ecosia werkt momenteel aan een Europese zoekindex om de afhankelijkheid van Amerikaanse technologiegiganten te verminderen. Het bedrijf heeft al een samenwerking opgezet met de leverancier Qwant. Het blijft echter onzeker welke resultaten deze samenwerking zal opleveren en of gebruikers tevreden zullen zijn met de geboden zoekresultaten.
De toezichthouders van de EU willen hierop reageren door enerzijds de marktomstandigheden voor bedrijven gelijk te trekken en anderzijds oplossingen te introduceren voor de bescherming van de privacy van consumenten. Dit alles gaat echter ten koste van big tech, omdat zij ofwel hun winst moeten delen, ofwel veranderingen moeten doorvoeren die hun bedrijfsmodellen beïnvloeden. Als zij geen winst delen, genereren zij lagere inkomsten.
De Europese Unie voert daarom strengere regels in om de dominantie van spelers zoals Apple, Meta, Google, Amazon en Microsoft tegen te gaan. Grote technologiebedrijven verdedigen zich echter door zich simpelweg terug te trekken uit de Europese markt. Hierdoor zijn veel producten en diensten niet langer beschikbaar in de EU, zoals geavanceerde AI-oplossingen op het LinkedIn-platform of AI-overzichtssamenvattingen die sinds mei beschikbaar zijn in de Google-zoekmachine.
Na de overwinning van Trump zou de grote technologiesector de Europese regelgeving mogelijk nog agressiever kunnen benaderen en nog meer producten kunnen terugtrekken. Dit zou grote gevolgen hebben voor veel bedrijven. Zonder verkeer via zoekmachines of sociale media zullen veel Europese bedrijven niet kunnen overleven, omdat zij de toegang tot hun klanten verliezen.
Wellicht heeft Europa behoefte aan grote technologische tegenhangers, maar dan van Europese oorsprong. De vraag blijft echter of de momenteel beschikbare producten en diensten echt beter zijn dan de Amerikaanse alternatieven. Het zijn de gebruikers die ‘stemmen’ door voor de beste oplossingen te kiezen. Gezien de tijd die zij op Amerikaanse platforms doorbrengen, lijkt het erop dat Europa nog een aanzienlijke inhaalslag te maken heeft.